MIDDEN - DELFLAND

MIDDEN - DELFLAND
IN BEELD

  [Start] [Agenda] [Nieuws] [Plattegrond]

 

Geschiedenis van het pand Dorpsstraat 18

Het pand aan de Dorpsstraat 18 stamt uit 1625. De geschiedenis ervan is beschreven vanaf 1714. Welke functie dit pand voordien had, is slechts aan het huidige uiterlijk te reconstrueren.

Uit de bouwwijze is af te leiden dat er ten tijde van het bouwen van het pand no.18, aan weerszijden geen aanliggende belemmeringen bestonden. Waarschijnlijk is het in 1625 gebouwd als huis voor bewoning. De afmetingen van het pand waren toen: 4,70 m. breed en 9,06 m. lang. De linker zijkant van het pand is opgebouwd uit een houten wand -zijweeg- op een gemetselde voeting. De hoge zijweeg loopt door tot in de zolderverdieping met een lichtkoof in het midden.

In 1768 is het woonhuis no.17 gebouwd. Het pand no.18 is hierna vervolgens verlengd met een verlaagd achterdeel. In dit verlaagde deel wijzen de nog aanwezige oudhollandse en Delftsblauwe tegels, balkbeschildering en kelder erop dat hier een leefruimte is geweest. Bij de reconstructie is te zien dat er, voor de aanbouw van het lagere achterdeel van no.18, gebruik is gemaakt van de muur en dakgoot van no.17. De dakbedekking van warm roodoranje oudhollandse dakpannen zet zich voort in het verlaagde dak, met een makelaar op de overgang van hoog naar lager.

Voorin de 20e eeuw is van de authentieke achter-topgevel met aangebouwde schoorsteen een deel van de onderpui verwijderd. Een eiken moederbint draagt het bovenste stuk van de muur. De achterwand is naar achteren verplaatst en verbonden met een plat dak, waarbij de bestaande muren van de buren gebruikt zijn.

In 1930, tijdens de verbouwing van de bedrijfsruimte door Ambrosius Bontenbal, werden in de rechter zijwand zes raamkozijnen met de negendeling geplaatst en de toegangsdeur werd verplaatst naar de voorgevel.

In 1992 is de door ouderdom aangetaste constructie van dak en dakspanten hersteld en zijn de vloerdelen waar nodig vervangen. De houten aanbouw aan de achterzijde is vervangen. De open werkruimte, met een lengte van 20,35 meter, is nu in gebruik als schildersatelier. Grote glazen panelen in het dak zorgen voor veel licht in de zolderruimte, nu galeriezolder.

Geschiedenis van het pand Dorpsstraat 17

In 1768 is door Johannes Tukker het woonhuis no.17 gebouwd. De woonruimte is in de loop van de jaren vergroot, veranderd en aangepast, maar er zijn nog veel aanwijzingen zichtbaar die aangeven in welke volgorde de verschillende verbouwingen van woon- en leefruimte hebben plaatsgevonden.

Omstreeks 1900 is er een grootscheepse verbouwing van no. 17 is uitgevoerd door Dirk Bontenbal. De voorgevel wordt totaal vervangen, opgemetseld in handvorm ijsselstenen met knipvoeg in lichte tint. Met de huidige versierende vorm van de klokgevel. Binnenshuis werden gang-lambriseringen, kamerplafond en haardombouw met vakmanschap aangebracht. De beide schoorstenen op de tussenverdieping zijn afgetimmerd met kraaldelen met hierin een luikje, waarachter de gietijzeren opening zit met twee uitneembare schuiven voor het roken van etenswaren.


Dorpsstraat 18 (links) en 17

Met de renovatie in 1993 zijn er in het woonhuis verbeteringen uitgevoerd. Naast de plaats van de oorspronkelijke opening, die in de 20ste eeuw afgesloten was, is een nieuwe doorgang gemaakt, waardoor werk- en woonruimte weer binnendoor toegankelijk zijn. De zandkleurige stenen vloer met vloerverwarming zorgt binnenshuis veer een aangenaam klimaat.

Van de rechter buitenzijmuur is de stuclaag verwijderd. Het metselwerk, een oude handvorm steensoort: de appelbloesem, kwam hierdoor weer tevoorschijn. Schilderingen op de deuren die dateerden uit de art-nouveau periode zijn na het verwijderen van het triplex weer tot oude glorie gekomen. In de bovenverdieping zijn de oude hand-geschaafde planken weer te zien, indertijd behandeld met een wassing van beits en afgedekt met de transparante Japanse hoogglans. Op de traptreden is de oorspronkelijke verf, zwart met rozerode dodekop zichtbaar. In de ingebouwde kast schittert hier en daar nog het oorspronkelijke kastrood.

Bron: Rina Groot.