Kasteel KeenenburgHet is bijna niet voor te stellen dat in vroeger tijden een enorm kasteel het gezicht van Schipluiden enkele eeuwen domineerde. In het begin van de 15e eeuw is de hoofdburcht gebouwd op een terrein van 44 x 44 meter met een opvallende zware woontoren en een voorburcht aan de noordoost zijde. In het begin van de Tachtigjarige Oorlog is de voorburcht verwoest en de hoofdburcht onbewoonbaar gemaakt. Toen de Spanjaarden verdwenen waren, is de hoofdburcht hersteld. Aan de noordwest zijde werd later een nieuwe voorburcht bebouwd. Op een fragment van kaart van Kruikius uit 1712 is te zien waar het kasteel gelegen heeft, ongeveer tegenover de Hervormde kerk, nu de Dorpskerk genoemd.
De hoofdburcht is door Roelant Roghman in 1646/47 vastgelegd op een aantal prenten, zoals onderstaande vanuit het zuidwesten.
In zeventiende eeuw werd er aan de Gaag een nieuwe voorburcht gebouwd met in het midden een stenen toegangspoort (links op de gravure van Jan Bulthuis, 1786). Deze is later in 1779 vervangen door een smeedijzeren hek, het enige dat over bleef na de sloop van het kasteel in 1798. Dit hek werd in 1918 verkocht en geplaatst bij een gebouw in Wassenaar, waar het nu nog steeds staat.
Philips de Blote was de vermoedelijke bouwer van kasteel Keenenburg. Tegen het einde van de vijftiende eeuw kwam de Keenenburg in handen van Otto van Egmond. Hij was lid van de ridderschap, ambachtsheer, hoogheemraad van Delfland en adviseur van Willem van Oranje. Latere eigenaren waren onder andere Jacob van Egmond en zijn neef Otto van Zevender (-1627). Enkele Van Zevenders volgden hem op. In 1769 werd Willem Hendrik van Steenberch (1725-1788) eigenaar. Na zijn overlijden erfde zijn moeder Maria Bachman de Keenenburg. In 1791 verkocht zij het kasteel aan de Haagse burgemeester Paulus Beelaerts van Blokland. In 1798 werd het kasteel gesloopt.
Op de plaats van de hoofdburcht van het kasteel is nu een plantsoen. De fundamenten van een deel van de hoofdburcht en de nieuwe voorburcht liggen onder bebouwing. De woonwijk Keenenburg is voor een deel gebouwd op het terrein van de vroegere kasteeltuinen. De staatnamen van deze wijk zijn vernoemd naar bewoners van het kasteel. Opgravingen in de periode 1966-1990 hebben veel materiaal opgeleverd. Een deel hiervan is te zien in het Museum Het Tramstation, Schipluiden in de Keenenburgkamer.
Het zuid-westtorentje van het kasteel Keenenburg is in 1992 opnieuw opgebouwd op de opgegraven fundamenten van de kasteelmuur. Onder andere door de verkoop van "naamstenen", stenen met de naam van de schenker, kon dit bouwwerk worden gemaakt.
In de Hervormde kerk aan de Dorpstraat zijn ook nog veel herinneringen te vinden aan de belangrijke kasteelbewoners, o.a. de familiewapens in het kerkinterieur, de Keenenburgbank en de grafkelder van het Huis Keenenburg.
|