Het verhaal van de zes Torentjeswoningen10 augustus 2015. Tijdens de inventarisatie van de polders van Midden-Delfland werd ook het, veelal agrarisch, erfgoed gefotografeerd en beschreven in zeven zogenaamde polderboekjes. Bij de oudere tuinderswoningen viel één type hierbij bijzonder op: de 'torentjeswoning'. Er bleken er zes te staan, één in Maasland en vijf in Den Hoorn. Het verhaal, dat nader onderzoek opleverde, werd gepubliceerd in het Historisch Jaarboek Schipluiden 2013. Op deze pagina een samenvatting.
In het begin van de twintigste eeuw ontwikkelden de agrarische dorpen Maasland en Den Hoorn zich snel tot tuindersdorpen. Melkveebedrijven en weilanden werden in rap tempo omgevormd tot tuinderijen. Eerst werden lage kasjes toegepast, het zogenoemde platglas; later komen de hogere kassen en warenhuizen en worden deze verwarmd, zodat het hele jaar door gewassen konden worden gekweekt. Luchtfoto's van Maasland (Commandeurspolder en Oude Campspolder) en Den Hoorn (Kerkpolder, Voordijkshoornsepolder en Harnaschpolder) laten deze glastuinbouw goed zien. In beide dorpen kwam bovendien een groenteveiling om de producten te kunnen verhandelen. De veiling van Maasland werd in 1906 opgericht. De Delftsche Groentenveiling stamt uit 1902 en was gevestigd aan de Westvest in Delft. De sterke groei van de tuinbouw vroeg om meer ruimte. Deze werd gevonden in Den Hoorn, waar de Delftsche Groentenveiling in 1921 een nieuw complex opende.
De eerste tuinderswoningen waren verbouwde boerderijen; de veestal werd omgevormd tot werkruimte om groente te sorteren en verpakken. Al snel ontstond een nieuw type tuinderswoning, waarbij de werkruimte meestal niet aan de woning vastzat. Dit zogenoemde compacttype, gebouwd in de periode 1920-1930, had een bijna vierkant oppervlak en een door het midden, van voren naar achteren, lopende gang. Ook werd de in die tijd in de mode zijnde mansarde kap toegepast, die extra veel ruimte opleverde op de verdieping. Zowel in Maasland (Kluiskade, Westgaag) als in Den Hoorn staan nog verschillende tuinderswoningen van dit type. Zes van deze woningen vertonen nog een extra overeenkomst: op de voorgevel staan vier torentjes, pilasters genoemd. De uiterlijke overeenkomsten van deze zes woningen zijn zo treffend dat ze welhaast door dezelfde ontwerper/bouwer zouden kunnen zijn gemaakt. Onderzoek wees echter uit dat er twee bouwers aan het werk zijn geweest, die elk drie van deze woningen bouwde. De eerste woning werd door Johannes Groenewegen uit Maasland gebouwd aan de Tramkade nr. 13 in Den Hoorn (1924). Daarna bouwde hij bovendien de woningen aan de Westgaag nr. 12 (1928) en de Harnaskade nr. 15 (1928).
Willem van Mierlo uit Schipluiden bouwde de woningen aan de Laan van Groenewegen nr. 12 (1928), de Dijkshoornseweg nr. 45 (1929) en de Lookwatering nr. 1 (1929). Als we goed kijken naar de zes woningen dan valt op dat Van Mierlo liever metselsteen gebruikte waar Groenewegen natuursteen toepaste.
De twee aannemers kenden elkaar ongetwijfeld (ze bouwden tegelijkertijd in Den Hoorn) en het is niet onwaarschijnlijk dat er bouwtekeningen werden uitgewisseld. Het was ook niet ongebruikelijk dat een woning werd uitgezocht om na te bouwen. Inmiddels zijn alle kassen opgeruimd en hebben plaatsgemaakt voor woningbouw; aan de Westgaag maakten de kassen plaats voor gras. De zes tuinderwoningen, aangepast aan de huidige normen, staan er gelukkig nog als herinnering aan de bloeiende tuinbouwperiode van de dorpen Maasland en Den Hoorn.
Meer informatie:
Historisch Jaarboek Schipluiden 2013.
|